vrijdag 13 juni 2014



Tijdreizen

De zomer is begonnen en we zijn onderweg.
Onderweg naar een plek waar we graag komen in de zomer.
We rijden langs bossen en weiden. We wijzen naar rode klaprozen, groener dan groene bomen, vogels en al het mooie van de zomer.
Deze weg gaan we ieder jaar en ieder jaar verbazen we ons over de schoonheid van het landschap.
De tijdloosheid, de eeuwige herhaling van de seizoenen, een baken in mijn voortrazende bestaan. Ieder jaar ouder, in een andere stemming, nieuwe gedachten en nieuwe herinneringen. Onderweg.

Weer zijn we onderweg, ditmaal te voet. Er is geen doel, we lopen over het strand, langs de zee.
Hoe vaak hebben we hier niet gelopen, en ook nu treft mij de eeuwigheid van de zee. De zee kent veel stemmingen, zijn wezen is eeuwig en tijdloos.
Vandaag zijn er veel kwallen, ze liggen bezaaid over het strand. Er is een nieuwe strandtent bij gekomen…..We lopen, bewegen ons door de tijd, weer ouder.

Nog een maand, dan bloeit de zuring weer, samen met prachtige donkergele bloemen waarvan ik de naam niet ken. De bermen langs de weg staan er vol mee. Het is de mooiste kleurencombinatie die ik ken, de rode zuring met de donkergele bloemen.
In gedachten maak ik weer de dagelijkse rit naar het ziekenhuis, uit het raam starend, me verbazend over die kleurenpracht, dag in, dag uit. Een maand lang.
Ieder jaar als ik de zuring zie bloeien tel ik in gedachten de jaren. Zes jaar geleden, de tijd schrijt voort, ik ben er nog.

Het is ochtend, ik ben niet onderweg.
Ik drink koffie in mijn tuin en ik kijk. Ook hier heerst een tijdloos gevoel van eeuwigheid.
Even niet in beweging geef ik me over aan dit eeuwige gevoel, voor een klein moment in het nu, tijdloos.
Heel even heb ik het eeuwige leven.