dinsdag 2 juni 2015



Loslopende honden

Ik houd niet zo van sport.
Maar ieder jaar, na de winter, moet ik eraan geloven.
Eenmaal de vijftig gepasseerd gaan de gezellige feestkilo’s er niet meer vanzelf af.
Als het voorjaar aanbreekt trek ik sportpak en schoenen aan en begin ik met hardlopen.
De eerste weken zijn vreselijk, maar daarna wordt het best leuk. Mijn conditie gaat met sprongen vooruit en ik voel me goed.

Het enige nadeel van hardlopen is dat er mensen, fietsen, auto’s en vooral honden zijn.
Het liefst ren ik in een lege wereld, maar ja, dat gaat niet.

De mensen, fietsen en auto’s gedragen zich, meestal, vrij netjes.
Honden zijn een heel ander verhaal, dat weet je nooit zeker. 
Ik kijk naar de hond en probeer in te schatten of ik er zonder problemen langs kan rennen. Ziet de hond er angstaanjagend uit, dan pas ik mijn route aan.

En, net als bij mensen, kun je je in het uiterlijk van de hond vreselijk vergissen.

Zo rende ik eens op een ochtend mijn rondje. 
Nog een beetje dromerig en in gedachten lette ik niet goed op mijn omgeving.
Tot ik een jongen hoorde schreeuwen.
Hij schreeuwde de naam van zijn hond, een hond die niet luisterde naar zijn naam en in volle snelheid op mij afgestormd kwam.
Een woeste wolf, zo zag hij er uit.
Ik gaf een gil en dook tussen 2 geparkeerde auto’s. Het was te laat, het ging te snel.
Ik gaf mij over, ik zou verslonden worden.
Het volgende moment sprong de wolfshond tegen mij op en begon enthousiast mijn gezicht te likken. Pffff, hij wilde alleen maar spelen.
Wat een opluchting. Zelfs de standaard woorden van zijn baasje (dat doet ie anders nooit) maakten me niet boos vandaag.

Tijdens mijn rondje rennen kom ik regelmatig een oudere dame tegen, met een klein, wit hondje. Een altijd loslopend hondje.
Ik kan me onze eerste ‘ontmoeting’  nog goed herinneren.
Ik liep vlak lang ze, van dit hondje had ik niets te vrezen.
Het volgende moment had ik een grommend hondje aan mijn schoen hangen. Bijna lag ik languit.
De oude vrouw lachte: “Ja, hij is gek op veters”, inderdaad, dat beest had mijn veters beet.
Ik keek de vrouw boos aan, schudde mijn been, en liep verder.
Voortaan liep ik met een grote boog om ze heen.
Tot weer een dromerige ochtendronde. Ik had ze niet gezien en kon niet meer uitwijken. Het enige wat ik kon doen was me schrap zetten. Ik liep berekenend verder, en ja hoor, daar kwam het grommende, witte, mormel. Ik wachtte en op het moment dat hij zich vastbeet gooide ik mijn voet omhoog, het hondje zeilde door de lucht.
Nu keek de vrouw boos.

Dit is alweer een paar jaar geleden gebeurd.
Ik kom ze nog steeds tegen, de oude vrouw en het witte hondje. De vrouw loopt nu met een stok, het hondje is ook niet meer zo fit als vroeger.
De vrouw en ik zeggen elkaar nu vriendelijk gedag, het hondje ga ik uit de weg, je weet maar nooit….


 het plaatje komt van internet