Plaatselijke pizza
Ik hou van koken, maar soms heb ik geen zin. Dan is het tijd
om ergens te gaan eten. Wordt het patat of shoarma? Of, iets luxer, gaan we
naar de chinees of de pizzeria?
Mijn voorkeur gaat meestal uit naar de pizzeria. Dat heeft
niets te maken met de kwaliteit van de pizza’s maar alles met de uitstraling
van restaurant en personeel.
Afgelopen zomer gingen A. en ik op weg naar onze
plaatselijke pizzeria.
Op de fiets, het laatste stukje fietsen we achter elkaar
want het restaurant ligt pal aan een drukke straat.
Sinds een paar jaar is er een stukje aangebouwd. Twee muren,
een dak van golfplaten en je hebt een serre. Reuze gezellig, wit gestuukte
muren, mandflessen, plaatjes van vespa’s, stranden en filmsterren, de tafels zijn
gedekt met vrolijke plastic kleedjes.
Wij gaan aan ons tafeltje onder de vijgenboom zitten.
Daar komt mijn favoriete serveerster al aan. Ze is alles
behalve Italiaans. Lang, met ruisende rokken, rinkelende oorbellen, een
stralende lach en altijd een goed humeur.
We bestellen een salade en pizza. Eerst komt de salade. De
tomaten komen zo te proeven net uit de koelkast, geeft niks, drinken we eerst
een glaasje.
Daar komt het al aan, bier voor A. en rode wijn voor mij. En
dat moet de laatste wijn uit de fles geweest zijn. Mijn glas is tot de rand
gevuld, ik buig mij voorover om een eerste slokje weg te slurpen, optillen gaat
niet, het is te vol.
Na een tijdje komt onze gastvrouw even kijken of alles naar
wens is. ‘Is alles toppie’ vraagt ze, terwijl haar duimen het top-gebaar maken.
‘Ja, zeker is alles toppie’, na het extra grote glas wijn vind ik de hele
wereld toppie.
Italiaanse schlagers neuriƫnd, verlaten wij, in een bovenste
beste bui ons restaurant.
Een paar weken geleden was het weer tijd om naar onze
pizzeria te gaan.
Op de fiets spoeden wij ons er heen. De ‘serre’ is nog niet open, het is nog te fris. We gaan
bij het raam zitten met uitzicht op de drukke weg.
Ik kijk rond. Waar is onze serveerster? Ze is er niet. Er
komt een jong meisje naar ons toe om de bestelling op te nemen. Ze lacht….die
lach ken ik. Zou het familie zijn….? Een kleindochter misschien?
We bestellen pizza en wijn. Eerst komt de wijn en nu weet ik
het zeker. Een vol glas met een voetbad, de pizza is een klein beetje verbrand
aan de rand. Gelukkig, er is niets verandert. Ik veeg de voet van mijn glas
schoon en snijdt een stukje pizzarand af, ik voel me volmaakt tevreden.
Ik kijk naar buiten, de drukke straat met aan de overkant
een vervallen winkelpand.
Alles klopt, ik voel me goed.
het plaatje komt van het internet