Gouden laarzen
Pffff, wat zal ik nu eens gaan doen.
Krant gelezen, alle tijdschriften zijn uit en facebook
checken komt onderhand mijn neus uit.
Ik kijk om me heen. Er valt niets te beleven in de
wachtruimte van het ziekenhuis.
Anderhalf uur zit ik hier al en ik ben iets over de helft
met wachten, nog een uur te gaan.
Op naar de ‘coffee-corner’ in de hal van het ziekenhuis.
Even de benen strekken, en de koffie is vast beter dan uit
de automaat hier, in de wachtruimte.
Ik bestel koffie en een marsepeintaartje. Het is druk en ik schuif
aan bij een mevrouw.
Aan dit tafeltje ga ik heel relaxed mijn koffie drinken,
taartje eten en alles observeren, nog een uur te gaan. Ik kijk naar de mensen
die binnen komen, gedachteloos.
Langzaam maar zeker wordt mijn aandacht getrokken door het
gebabbel aan het tafeltje tegen over mij. Er zit een meisje van een jaar of
drie met haar oma. Oma heeft het druk met de baby die bij haar op schoot zit,
ze hoort het gebabbel niet. Het meisje schommelt haar beentjes heen en weer, op
tafel staat een flesje fristie en er ligt een verkruimeld plak cake.
Haar lange, vlasblonde haren zijn ingevlochten, al een
tijdje geleden. De vlechtjes zijn uitgezakt en aan alle kanten pieken haar
haren naar buiten. Ze draagt een roze trainingspak, vast haar lievelingskleur,
en aan haar bungelende voeten zie ik laarzen van goud, tenminste, dat zijn ze
ooit geweest. Hier en daar is nog een bladdertje goud te zien.
Ik drink mijn koffie, en eet mijn taart.
Als ik weer op kijk zie ik een stralende lach, twee
donkerbruine ogen kijken mij aan. Vlasblonde haren pieken om twee kleine
flapoortjes. Ik lach terug en geef een knipoog. Het wachten valt mij ineens een
stuk minder zwaar.
Buiten het ziekenhuis wacht ik voor de laatste keer vandaag. Bij de
ingang staat een bank, daar ga ik zitten.
Mensen lopen in en uit.
Een grote vrouw met vlasblond piekhaar loopt langs mij, ze
steekt een sigaret op en met grote passen loopt ze richting bushalte. In haar kielzog
rent een klein meisje, roze jas, roze broek en gouden laarzen. Ze rent om haar
moeder bij te houden.
Bijna bij de halte aangekomen stopt de vrouw, kijkt om, en
geeft haar een hand. Samen lopen ze verder.