zondag 28 december 2014



Bezoek uit België

Het is bijna kerst.
Ik ben op weg naar het station om mijn dochter van de trein te halen.
Het is alweer een tijd geleden dat we elkaar gezien hebben, ik kijk er naar uit.
Tussen de drukke kerstbedrijven door vinden we vast nog wel tijd om te winkelen en bij te kletsen.

Ik heb ook nog een klusje voor haar op het programma staan.
Ik wil graag weer wat bijleren over de iphone.
De vorige keer heeft ze mij al aardig wegwijs gemaakt in iphoneland, de beginselen heb ik onder de knie.

De laatste dag van haar verblijf komen we aan de les toe.
De 300+ foto’s van mijn iphone worden naar de computer getransporteerd, weer wat geleerd.
Een van mijn applicaties heb ik een andere naam gegeven, per ongeluk.
In plaats van de oorspronkelijke naam staan er nu allemaal tekens, als een scheldkanonnade
in een stripverhaal. Ook dat wordt weer hersteld.

Terwijl we met onze telefoons in de weer zijn leer ik een hele nieuwe kant van mijn dochter kennen. Mijn, haar hele leven al, rommelige kind vindt mijn telefoon een rommeltje. Dat zal ze wel even in orde maken. Mappen worden aangemaakt en appies verplaatst. Nog geen minuut later heb ik een keurig opgeruimde telefoon.
Bij haar thuis liggen overal stapels en bergjes spullen, boeken en kleren. Daar heeft ze helemaal geen last van, ze ziet het niet eens. Maar haar telefoon…..die moet keurig opgeruimd zijn.

Het bezoek is, zoals altijd, veel te snel weer voorbij.
Het afscheid is deze keer gelukkig iets minder moeilijk. Tijdens het ordenen van mijn telefoon heeft ze het spel ‘triviant’  er op gezet.

We spelen samen een spelletje.
Ik thuis op de bank en zij in de trein op weg naar huis.




vrijdag 14 november 2014


Geen zin

Ik sta voor het raam en kijk naar buiten.
Ik heb geen zin.
Buiten is het grijs, mistig.
De zon heeft ook geen zin.

Geen zin,
Een dag voor te veel koffie,
teveel uren achter de computer,
of voor tv.

Geen zin,
Een dag voor dikke sokken met een gat er in.
Een oude verschoten trainingsbroek

Niks nuttigs doen,
lanterfanten.
Buiten raast de wereld om mij heen.
Mijn dag duurt eeuwig.

En toch,
Ik zag een vlaamse gaai vandaag,
hij snoepte van de druiven.
Ik heb een merel gered,
van de kat van de buurman,

En een hoofd vol gedachten
werd een verhaal.


dinsdag 4 november 2014

Blauw

Er is veel over geschreven en gesproken. 
Vandaag ga ik het met eigen ogen zien. Ik ga naar de ‘the image as burden’ , een expositie van Marlene Dumas.
Dè kunstenaar van deze tijd, van mijn tijd.

Het is een hele ervaring, de kunstwerken doen iets met je.
Maar….ik vind ze een beetje eng.

Een wand vol snel geschilderde portretten in zwart-wit staart me aan, het zijn geen gelukkige mensen. Rimpelige baby’s met oude gezichten, schilderijen van dode mensen en weer een reeks starende portretten, afbeeldingen van Jezus deze keer.
Alles in blauw, wit en zwart.

Ik probeer het allemaal te begrijpen, lees de teksten naast de schilderijen.
Helemaal van deze tijd.

Confuus loop ik de zaal uit, ik heb geen een foto gemaakt.
Ik weet het niet.
Is dit de kracht van de schilderijen? Ze roepen zeker een sterke emotie op, ik voel me mismoedig en terneergeslagen.

Ik loop door de andere zalen naar de uitgang van het museum.
In de laatste zaal kijk ik omhoog, het hangt op zijn eigen plek, een van mijn favorieten.

Twee uiltjes.
Een stuk vrolijker ga ik naar buiten.



Plaatjes van internet







donderdag 23 oktober 2014



Familie

In de loop van mijn leven heb ik zeer verschillende families leren kennen.
Ik kom tot het volgende inzicht, de perfecte familie bestaat niet.
Met dit besef kan ik mijn kleine, imperfecte familie eindelijk accepteren.
Waarderen zelfs.
Luidruchtige botheid leidde soms tot een vete van jaren, maar daarna was de lucht geklaard en gingen we verder waar we gebleven waren.

Een ander pas verworven inzicht is, hoe ouder ik wordt, hoe meer vervelende familietrekjes ik zelf begin te vertonen.

Deze herfstvakantie zijn we met de hele familie een weekend naar een bungalow park geweest.

Met zijn tienen zijn we, we zitten aan de lange ontbijttafel.
Gelukkig, het is als vanouds.
Iedereen praat hard, luistert slecht, en snapt nergens iets van.
Ik doe mee, het kost me geen enkele moeite.
Mijn dochter I. krijgt er de zenuwen van, zegt ze.
Wacht maar, denk ik.

Zo kabbelt het weekend  voort.
De laatste avond gaan we bbq-en.
We drinken wijn, kijken naar de sterren en praten nog harder en onbegrijpelijker.
Niemand vind het erg, het weekend is geslaagd en niemand is ernstig beledigd.

De laatste ochtend zitten we in de tuin aan de koffie.
Mijn vader kijkt naar de lucht, “de bewolking neemt toe” zeg hij.
Mijn dochter I. kijkt bevreemd en buigt zich naar mij toe.
“Opa heeft gelijk, maar waarom zegt hij dat de bevolking toe neemt?”

Onbegrijpelijke familietrekjes, je ontkomt er niet aan.




donderdag 11 september 2014




Moed

Ik ben een moedig mens vandaag
Ik maak de touwen los,
ontwar de knopen,
voor zover dat gaat….

Ik ben los, ik val niet neer
Voorzichtig neem ik eerste stappen,
voet voor voet

Ik zie de wereld
en voel het komen
Nu de moed in stelling brengen

Niet van buiten,
van binnenuit
komt de golf
Hij overspoelt me,
met al zijn kracht
Mijn hele leven,
Tot nu toe….

Ik wankel,
en blijf staan
Ik ben een moedig mens vandaag




vrijdag 22 augustus 2014



Over de grens

Er staat een bankje op mijn tuin, het is oud en van hout.
Links staat een perenboom en rechts een pruim.
Wanneer ik daar zit overzie ik mijn tuin door een lijst van peren- en pruimentakken.
Niemand kan mij zien.
De beste plek om te mijmeren en filosoferen.

Ik zit op mijn plek en zie de zonnestralen, niet langer hel en licht maar warm en oranje.
Langzaam komt het besef dat ik mij op de grens bevind.
Het hangt al een tijd in de lucht, ik voel het en ik ruik het.

Ik sta op de grens tussen weemoed en verlangen.

De grens tussen zomer en herfst.

Ik blijf er nog even,
dan neem ik de stap.




vrijdag 15 augustus 2014

Over spinnen, rotte kaasjes en noodzakelijke werkzaamheden

Het geluid is er al.
Ik doe de gordijnen open en nu zie ik het ook…..Het hoost.
Ik zucht, even kijken wat de buienradar zegt. Een diepe zucht, het ziet er uit als een flinke bui voor de hele dag.

Nu kom ik er niet langer onder uit.
Ik kijk om me heen, het is ook echt nodig.
In iedere hoek hangen spinnenwebben, het lijkt hier wel een spookhuis.

Na een lange zomer van genieten en lanterfanten is nu het moment gekomen om in actie te komen.

Nog een diepe zucht en mijn verstand gaat op nul. Ik pak borstels, dweilen, emmers en de trap en begin.
Er is geen houden meer aan.
Balancerend op de trap verjaag ik de spinnen uit hun hoeken en gaten. Verschrikt nemen zij de benen. Enkele verstijven van schrik bij het zien van de zwabber, die zet ik voorzichtig buiten neer.
Trap op, trap af.
Ik stop niet, ik ga door tot alles weer glanst en fris ruikt.
Aan het eind van de middag is alles gedaan.

Ik loop van kamer naar kamer. Het regent nog steeds, maar wat ziet het er anders uit. Veel mooier door de schone ramen.
Kasten doe ik open en weer dicht en nog een keer open en dicht. Ik krijg geen genoeg van de opgeruimde aanblik.
Nu nog even voor de koelkast staan. Lekker koel, en zo fris, geen vergeten stinkende Franse kaasjes meer, of stukken kool, zonde om weg te gooien.

Ik kijk op, het is gestopt met regenen, ik zie de zon.



Gelukkig is het plaatje van internet

dinsdag 5 augustus 2014

Zee

De zee gaf mij een schelp
Hij was glanzend wit, en glad
Voor ik wegging strooide de zon
Een handvol diamanten over het water
Ik liep terug over het pad
En vond de veer van een meeuw


Texel 2014



donderdag 24 juli 2014


Waarom ik voor 1 dag mijn profielfoto veranderde

Ik heb het nog nooit eerder gedaan.
Geen roze lintjes, zwarte randen of andere zaken.
Natuurlijk ben ik tegen kanker en voor de vrijheid, ik heb alleen nooit de behoefte gevoeld om het op die manier naar buiten te brengen.

Toen stortte er een vliegtuig neer, en, zoals altijd gebeurt, volgden er talloze berichten en foto’s op facebook. De meeste las ik niet, maar bij eentje bleef ik ‘hangen’.
Een gedicht, geschreven door een moeder.

Geen taalkundig ingewikkeld gedicht, nee, een eenvoudige opsomming van de gebeurtenissen van die dag, op rijm.
Over een moeder die haar zoon naar het vliegveld brengt.
Vochtige ogen, de zoon, die lacht en zegt “ik ga alleen maar op vakantie”.
Thuis eten op de bank, lekker makkelijk, de zoon is er nu niet.
Voor de televisie, en dan, extra nieuws……

Ik zie de moeder en ik zie mijzelf.
Ook ik heb een reislustig kind, een dochter.
Ze heeft al aardig wat heen en weer gevlogen binnen Europa voor vakantie en bijeenkomsten.
Voor mij went dit nooit.

Iedere keer weer zit ik met mijn lijstje met vluchtgegevens voor de computer.
Eerst kijken of het vliegtuig goed en op tijd vertrokken is, en later, het belangrijkste, kijken of ze veilig geland is. Meestal krijg ik al een sms van haar voor het op de computer te zien is:
Geland!!
Ze kent me.
Al is het midden in de nacht of vroeg in de ochtend. Steevast een uur voor de geplande landing word ik wakker, ik kan niet meer slapen. De computer gaat aan en ik wacht op mijn sms.
Daarna slaap ik weer als een roos.

Gisteren was een dag van nationale rouw.
Voor 1 keer heb ik mijn profielfoto veranderd.
Ik voel een groot verdriet voor alle mensen die het bevrijdende bericht niet hebben gekregen.
Geland!!


de foto komt van internet

woensdag 2 juli 2014


Wolken kijken

Ik kijk omhoog en zie een wolk in de vorm van Groot-Brittannië.
Langzaam trekt hij voorbij.

Pareidolie, de naam voor wat ik aan het doen ben. Een mooi woord, ik ken het nog niet zo lang.

Toch doe ik het al zolang ik mij kan herinneren.

Wie herkent dit niet.
Logeerpartijen.
Ik lig in een vreemd bed en kan niet slapen. Ik kijk naar het behang, het begint te leven.
Vormen van mensen, dieren en bloemen komen te voorschijn. Net zolang tot ik slaap.
Ik ben er vrij goed in.

Een aantal jaren geleden volgde ik een schildercursus. We begonnen met het schilderen van vage kleurvlakken, daarna kregen we de opdracht om te zoeken naar de verborgen vorm. Draken, madonna’s, bossen, vuren, van alles heb ik toen gevonden.
Een talent uit de kindertijd werd wakker geschud.
Heerlijk.

Sindsdien kan ik het niet laten.
Vlekken op muren of gekleurde tegels op de grond, ik zie ze niet, ik zie olifanten, tuinen, bijzondere mensen, bloemen, noem maar op.

Nu kijk ik naar wolken.
Het is juli, leun achterover en kijk mee omhoog.

Laten we pareidolie tot kunst verheffen.





afbeelding komt van internet

vrijdag 13 juni 2014



Tijdreizen

De zomer is begonnen en we zijn onderweg.
Onderweg naar een plek waar we graag komen in de zomer.
We rijden langs bossen en weiden. We wijzen naar rode klaprozen, groener dan groene bomen, vogels en al het mooie van de zomer.
Deze weg gaan we ieder jaar en ieder jaar verbazen we ons over de schoonheid van het landschap.
De tijdloosheid, de eeuwige herhaling van de seizoenen, een baken in mijn voortrazende bestaan. Ieder jaar ouder, in een andere stemming, nieuwe gedachten en nieuwe herinneringen. Onderweg.

Weer zijn we onderweg, ditmaal te voet. Er is geen doel, we lopen over het strand, langs de zee.
Hoe vaak hebben we hier niet gelopen, en ook nu treft mij de eeuwigheid van de zee. De zee kent veel stemmingen, zijn wezen is eeuwig en tijdloos.
Vandaag zijn er veel kwallen, ze liggen bezaaid over het strand. Er is een nieuwe strandtent bij gekomen…..We lopen, bewegen ons door de tijd, weer ouder.

Nog een maand, dan bloeit de zuring weer, samen met prachtige donkergele bloemen waarvan ik de naam niet ken. De bermen langs de weg staan er vol mee. Het is de mooiste kleurencombinatie die ik ken, de rode zuring met de donkergele bloemen.
In gedachten maak ik weer de dagelijkse rit naar het ziekenhuis, uit het raam starend, me verbazend over die kleurenpracht, dag in, dag uit. Een maand lang.
Ieder jaar als ik de zuring zie bloeien tel ik in gedachten de jaren. Zes jaar geleden, de tijd schrijt voort, ik ben er nog.

Het is ochtend, ik ben niet onderweg.
Ik drink koffie in mijn tuin en ik kijk. Ook hier heerst een tijdloos gevoel van eeuwigheid.
Even niet in beweging geef ik me over aan dit eeuwige gevoel, voor een klein moment in het nu, tijdloos.
Heel even heb ik het eeuwige leven.




dinsdag 27 mei 2014


Midzomerdagdroom

Ook ik heb slechte gewoontes.

Ik ben een mens van vaste gewoontes en rituelen. Iedere dag begint voor mij op dezelfde manier. Ik druk twee knoppen in, 1 van het koffiezet apparaat en 1 van de computer. Ik drink koffie en ondertussen ‘check’ ik het nieuws en facebook.

Zo ook deze ochtend. Daar zit ik koffie in de hand. En dan, ineens ben ik in staat om binnen dit ritueel afstand te nemen en naar mezelf te kijken.
Fris en uitgerust na een goede nachtrust stop ik mijn hoofd alweer vol met allerlei niet zulke frisse zaken. Het nieuws is meestal akelig, en facebook is ook niet altijd even verkwikkend. Behalve leuke berichten van vrienden komen er beelden van mishandelde dieren, vermiste kinderen en andere nare zaken langs. Of ik wil ‘ liken’ en delen.

Ik neem een besluit, met veel moeite doorbreek ik mijn vaste gewoonte en druk op de knop, de computer gaat uit.

Ik kijk naar buiten. Het groen wordt iedere dag dieper en weelderiger, op weg naar het hoogtepunt van midzomer. Ik pak een boek en blijf niet langer binnen, ik ga naar mijn tuin.

Eenmaal op de tuin installeer ik me in een makkelijke stoel en verdiep mij in de realiteit van een andere orde, die van draken, tovenaars en magische midzomerzaken. Op de achtergrond hoor ik zacht de stemmen van de mensen die op hun tuin werken. Dichterbij het gezang van vogels. Ik leun achterover en doe mijn ogen dicht om even naar het lied van een merel te luisteren.

Het lied verandert, het worden woorden en ik kan ze verstaan. Mijn geest maakt zich los en zweeft de tuin op. Vlinders zijn elfen, twee kikkers spelen met een gouden bal, ik spreek de taal van de bloemen. Ik zie de mensen op hun tuinen, ik zie ze in hun ware gedaantes. Ik zie koningen, ridders, jonkvrouwen, molenaars en dochters met gouden haren. Er vliegt een reiger over, of is het een kleine draak?

De bel voor de koffie wordt geluid, ik schrik, wordt wakker. Mijn boek van Grimm valt op de grond. Ik loop het pad af om koffie te gaan drinken.


In mijn ooghoek zie ik iets wegduiken. Ik draai me om, ik zie niets, of toch wel? Er ligt een rood lapje op het pad. Ik loop door en ga niet terug, ik weet wat het is. Iemand is zijn muts verloren.


het plaatje is van internet

dinsdag 6 mei 2014

Over film, vriendinnen, exen en de imperfectie van het leven

Verre van,
Ik ben verre van perfect.
Toch streef ik naar een zekere mate van volmaaktheid, iedere dag wil ik beter zijn dan de dag ervoor. En natuurlijk lukt het niet om de ultieme vorm van perfectie te bereiken.
Ik weet het wel.
Soms is er een dag waarop de volmaaktheid binnen handbereik ligt, het lukt. Maar…dan weet ik niet hoe snel ik de boeien, de onnoemelijke saaiheid van perfectie van mezelf af moet schudden.
De dualiteit…..

Dus ga ik naar de film.
Voor de duur van een paar uur beleef ik de onvolmaakte, maar bijzonder mooie levens van de hoofdpersonen. Die personen zijn ook verre van perfect, ze hebben zo hun eigenaardigheden, maar dat maakt ze mooi en vooral menselijk. Ik verbind mij met de hoofdpersonages en hou van ze zolang als de film duurt. Dan gaat het licht aan en bevind ik mij weer in het dagelijks leven. Ik kan er weer even tegen.

Graag ga ik naar de film met mijn vriendin C., ook een filmliefhebber. We houden van dezelfde soort films, en het is gezellig om samen te gaan.

Ik herinner mij nog ons eerste uitje samen. Eerst naar Amsterdam, het museum in en later in de middag naar de film, La grande Bellezza. Een leuke afsluiting van een gezellige en harmonieuze dag samen. Na de film nog even thee drinken in het café.
Waar het dagelijks leven zou moeten beginnen rol ik van de laatste filmscene mijn eigen film in. 
Ik hoor een hallo aan de bar, en kijk, daar zit mijn ex die ik nu, op dit moment, voor het eerst in zeven jaar weer zie. Ik schrik niet, en begin ook niet te stotteren. Nog vol van de mooie film en gesterkt door de aanwezigheid van C. aan mijn zijde speel ik mijn rol. Ik klets wat, ‘hoe gaat het, wat doe je, hoe vond je de film’. Ondertussen drinken we thee.
Perfecte rol.

Eenmaal buiten zucht ik eens diep. Op weg naar de auto praten C. en ik over exen. Onze weg in het leven is niet de perfecte, rechte, doelgerichte weg. Nee, mysterieuze en spannende zijweggetjes hebben ons gebracht waar we nu zijn.

Niet volmaakt, maar ach…wat maakt het uit, volgende week gaan we weer naar de film.


zondag 27 april 2014

Plaatselijke pizza

Ik hou van koken, maar soms heb ik geen zin. Dan is het tijd om ergens te gaan eten. Wordt het patat of shoarma? Of, iets luxer, gaan we naar de chinees of de pizzeria?
Mijn voorkeur gaat meestal uit naar de pizzeria. Dat heeft niets te maken met de kwaliteit van de pizza’s maar alles met de uitstraling van restaurant en personeel.

Afgelopen zomer gingen A. en ik op weg naar onze plaatselijke pizzeria. 
Op de fiets, het laatste stukje fietsen we achter elkaar want het restaurant ligt pal aan een drukke straat.
Sinds een paar jaar is er een stukje aangebouwd. Twee muren, een dak van golfplaten en je hebt een serre. Reuze gezellig, wit gestuukte muren, mandflessen, plaatjes van vespa’s, stranden en filmsterren, de tafels zijn gedekt met vrolijke plastic kleedjes.

Wij gaan aan ons tafeltje onder de vijgenboom zitten.
Daar komt mijn favoriete serveerster al aan. Ze is alles behalve Italiaans. Lang, met ruisende rokken, rinkelende oorbellen, een stralende lach en altijd een goed humeur.
We bestellen een salade en pizza. Eerst komt de salade. De tomaten komen zo te proeven net uit de koelkast, geeft niks, drinken we eerst een glaasje.
Daar komt het al aan, bier voor A. en rode wijn voor mij. En dat moet de laatste wijn uit de fles geweest zijn. Mijn glas is tot de rand gevuld, ik buig mij voorover om een eerste slokje weg te slurpen, optillen gaat niet, het is te vol.
Na een tijdje komt onze gastvrouw even kijken of alles naar wens is. ‘Is alles toppie’ vraagt ze, terwijl haar duimen het top-gebaar maken. ‘Ja, zeker is alles toppie’, na het extra grote glas wijn vind ik de hele wereld toppie.

Italiaanse schlagers neuriënd, verlaten wij, in een bovenste beste bui ons restaurant.

Een paar weken geleden was het weer tijd om naar onze pizzeria te gaan.

Op de fiets spoeden wij ons er heen. De ‘serre’  is nog niet open, het is nog te fris. We gaan bij het raam zitten met uitzicht op de drukke weg.
Ik kijk rond. Waar is onze serveerster? Ze is er niet. Er komt een jong meisje naar ons toe om de bestelling op te nemen. Ze lacht….die lach ken ik. Zou het familie zijn….? Een kleindochter misschien?
We bestellen pizza en wijn. Eerst komt de wijn en nu weet ik het zeker. Een vol glas met een voetbad, de pizza is een klein beetje verbrand aan de rand. Gelukkig, er is niets verandert. Ik veeg de voet van mijn glas schoon en snijdt een stukje pizzarand af, ik voel me volmaakt tevreden.

Ik kijk naar buiten, de drukke straat met aan de overkant een vervallen winkelpand.

Alles klopt, ik voel me goed.

het plaatje komt van het internet

zaterdag 19 april 2014

Wortels

Hier ben ik. Huis, ik ben terug gekomen.
Ik kan je niet goed zien, een nieuwe schutting belemmert het zicht naar de achterdeur.
Er is nog wel het oude ijzeren hek. En kijk, er hangt een verroest slot, ooit gebruikt door mijn vader.

Ik loop door de lanen. De beelden van mijn herinnering hebben mij niet bedrogen, alles klopt.
De groene lanen, de bomen zijn net zo hoog als toen, net zo groen.

Ik zie de grote huizen, de huizen uit mijn kindertijd. De eerste huizen die ik zag, een blauwdruk van hoe een huis moet zijn. Mijn huis is groot….en wit.

Ik zie een vogel en ken zijn naam. Geleerd van mijn moeder op deze plek.
Ik zie een vogel… Dat is een merel, zegt mijn moeder.
Ik zie een merel.

Het is tijd om te gaan.
Ik pak een takje van de grond, dat neem ik mee.
Mijn wortels laat ik hier.




zondag 30 maart 2014

Ansicht

Ik hoor de brievenbus klepperen, daar is de post. Als ik de gang in loop zie ik het al. Vandaag krijg ik echte post, een kaart. Een mooie, glanzende ansichtkaart uit Oost-Europa. Mijn dochter is op trektocht door het oosten, van hier naar Albanië, ze reist alleen. Ik reis in gedachten met haar mee door de kaarten die ze mij stuurt, soms wel drie per week. Ik hou van kaarten en dat weet ze. Alle kaarten van haar reizen bewaar ik. Kleurige plaatjes van verre oorden met kleine geschreven reisverhaaltjes. Ik bewaar ze en lees ze terug.

In de snelle wereld van internet en mobiele telefoon houd ik van de nostalgie van de ansichtkaart. De snelheid waarmee e-mail, sms en whatsapp verstuurd en ontvangen wordt is bijna niet te vatten. Een kaart laat soms een paar weken op zich wachten voor hij op de deurmat valt. Tussen het posten en bezorgen maakt hij een lange reis.

Ik ontvang ze niet alleen, ik koop ze ook, veel. Het heerlijke gevoel als je een winkel binnenkomt en er staan kaartenmolens met bijzondere kaarten, die je nog niet kent!
Kaarten met mooie plaatjes of mooie teksten.
Een goede plek om kaarten te vinden is de museumwinkel. Kaarten van schilderijen, beelden, foto’s, noem maar op. Een uur is zo om.
Thuis zet ik ze her en der neer in de kamer, dan zie ik ze en kan ik er nog even van genieten.

Verstuur ik er een, dan kies ik de juiste kaart, en wacht tot ik de juiste woorden vind. Geen kaart wordt gedachteloos verstuurd.

Ik ruim de kamer op en vind een stapeltje kaarten van een andere favoriete kaartenschrijfster, mijn goede vriendin A. Ik twijfel even, ik neem pauze. De kaarten van mijn vriendin maken me altijd aan het lachen. Grappige plaatjes met nog leukere teksten op de achterkant. Even een tijdloos moment.

Ik houd een kaart in mijn hand, ik zie de glanzende afbeelding, ik ruik het papier, en nog iets anders, een vleugje magie.



zaterdag 22 maart 2014

Koeien

We banen ons een weg door het bos, we mogen van het pad af. We zijn met een kleine groep en een boswachter, op cursus. Een paar schotse Hooglanders zijn gespot en wij lopen er voorzichtig naar toe. De cursus heet: Omgaan met schotse Hooglanders. De boswachter vertelt  hoe we ons moeten gedragen, hij doet het voor. De koe gaat er in galop vandoor, jee, wat kan die hard lopen, dat wist ik niet.

Een paar maanden daarvoor maken mijn man en ik een wandeling door het Noord-Hollands duingebied. Daar lopen de Hooglanders vrij rond. Ik vind ze een beetje eng, maar toch loop ik langs ze. Deze keer zien we iets leuks, een Hooglander met een kleintje. Oh, wat lief, alle bangigheid verdwijnt. “Kijk, daar komt er nog een”. Even verder is nog een koe in aantocht, alleen, deze begint angstaanjagend te loeien, en komt in volle galop, horens naar beneden, op ons af. Nog net op tijd duiken wij de bosjes in en zetten het op een lopen. We kijken niet achterom maar rennen, rennen, rennen, totdat we ons veilig voelen. We stuiten op een paardenpad en sjokken dat af tot we weer op bekend terrein zijn.

Dat was voorlopig de laatste keer dat we in het gebied van de Hooglanders gewandeld hebben.

Na de cursus besluiten we ons weer eens op ‘gevaarlijk’  terrein te wagen.
Nog een beetje bibberig loop ik langs de koeien, het gaat goed. Ik pas de tips van de boswachter toe. Voordat ik langs loop kondig ik mijn komst aan door tegen ze te praten. “hallo koe, hoe gaat het , lekker weertje vandaag, niet?”
Ondertussen denk ik: ‘graseters, het zijn graseters’.

Als ik er veilig langs ben en ik weer logisch na kan denken, bedenk ik dat het een omgekeerde wereld is: Deze koeien lusten mij niet, ze eten gras, en toch ben ik bang voor ze.
De Hooglanders daarentegen, zijn helemaal niet bang voor mij, en dat terwijl wij op weg zijn naar een gezellig restaurantje, midden in de duinen en daar staat het volgende op het menu:
Broodje Highlander
gehaktbal
met mosterd en oma’s jus



zondag 16 maart 2014

Extra zwart

Ik ben met vakantie en denk na over de dood.
Over mijn eigen dood om precies te zijn, en niet over de dood zelf, maar daarna. Wat moet er met mijn lichaam gebeuren?
Kies ik voor een crematie?
Ik stel mij zo voor dat mijn as in een mooie, dure, handgemaakte urn bij mijn nabestaanden op de kast staat. Maar als zij er ook niet meer zijn, ben ik dan een erfstuk? En zijn mensen daar blij mee?
Dit alles natuurlijk niet als ik tussentijds ‘per ongeluk’ stukgevallen ben.

Er bestaat natuurlijk ook nog de mogelijkheid  om uitgestrooid te worden.
Ik denk aan de film ‘the big lebowski’, daar komt een ‘uitstrooi’-scene in voor, hij is als volgt.
‘the dude’, Jeffrey Lebowski  en zijn vriend Walter gaan op pad om de as van hun vriend Donny uit te strooien. Donny’s as zit in een koffieblik. Ze staan op een rots boven de oceaan, daar gaat het gebeuren. Walter houdt een toespraak (vnl. over zichzelf) en keert het koffieblik om. Alleen, de wind staat de verkeerde kant op en alle as waait in het gezicht, haar en kleding van the dude.
Dat kan gebeuren. Dus, geen uitstrooien voor mij, ik wil niet eindigen in het haar van iemand anders.

En dan is er de begrafenis. Ik denk aan mijn ouders, die een paar keer per jaar met een auto vol plantjes, schrobborstels en sop naar een dorp midden in het land rijden. Daar is het graf van mijn oma. De grafsteen wordt schoongepoetst en het tuintje wordt mooi gemaakt. Daar zijn ze een paar uur mee bezig. Ze doen het met liefde en ik kan me zo voorstellen dat ze tijdens, en ook door het werk, weer voor even verbonden zijn met mijn oma, de moeder van mijn vader.
Een tijd, om weer eens ‘van gedachten te wisselen’. In stilte, in je hart.

Ik ben er nog niet uit.

Het klinkt misschien vreemd om hier over na te denken tijdens een vakantie, en dat is ook zo, maar er was een aanleiding, ik kon er niets aan doen.
Mijn man en ik kunnen het, als echte tuinliefhebbers, niet laten om de tuincentra in andere plaatsen te bezoeken, om te kijken of ze nog iets hebben wat bij ons niet te krijgen is. Deze vakantie in Limburg ook.
We lopen rond bekijken alles, en vinden niets, geen plantje, geen zaadjes.
We lopen tussen de zakken potgrond en daar valt mijn oog op een zak met aarde.
Grafaarde, extra zwart.



het plaatje komt van internet

maandag 10 maart 2014

Verschrompelingen, korsten en slijm

Ik zag laatst op de televisie een stukje van Pauw en Witteman. Te gast was Ingeborg Beugel, het onderwerp was: de overgang. Vol vuur en enthousiasme vertelde zij over verschrompelende en afstervende eierstokken. Youp van ’t Hek was er ook, hij keek een beetje bevreemd en trok een vies gezicht. Daar heeft hij een hoop commentaar op gekregen.

Ik begrijp Youp wel.
Kort daarvoor was ik bij de Etos, voor een tube tandpasta.

Het is gelukkig niet zo druk, bij de kassa heb ik maar twee mensen voor mij. De mevrouw die aan de beurt is heeft hoestdrank nodig, haar man hoest.” Wat voor hoest? Kriebel?”
 “’s Nachts”antwoordt de mevrouw.
De caissière roept een collega, om bij te springen. De mevrouw ziet dit als een aanmoediging om dieper op de zaak in te gaan. Haar man hoest niet alleen, hij heeft ook slijm. Ik wil niks weten over slijm van andere mensen en probeer, heel hard, om niet te luisteren.
Dat lukt niet. Ik hoor alles over hoesten, de kleur van het slijm en hoe vaak, bah. Ik overweeg om de winkel uit te gaan, maar inmiddels komt caissière nummer twee, ik ben bijna aan de beurt.
De dame voor mij is eerst. Ze zoekt iets tegen droge lippen.

“Korsten of kloven?”



het plaatje komt van het internet

zondag 2 maart 2014

Grijs

Een zondag in Egmond.
Ik drink koffie in een restaurant, ik zit bij het raam en ik kan de zee zien.
De zee en de duinen.
Buiten is het grijs, het miezert. Ik kijk naar buiten.
Ik zie donkere grijze wolken, afgewisseld met lichtere stukken lucht, wel grijs.
De horizon is lichtgrijs, en waar de zee begint wordt het weer donker grijs.
Ik zit aan het raam en kijk, donker, licht, licht, donker.
Mijn gevoel is ook grijs, neutraal. Niet vrolijk, niet bedroefd, grijs, stil en berustend, een beetje saai misschien.
Achter de duinen gebeurt iets. Ineens is er een rode vlieger.
Er is wind genoeg, de vlieger duikelt alle kanten op.
Een vrolijke, rode vlieger tegen een grijze achtergrond. Ik kan niet ophouden met kijken.
Mijn ogen volgen de vlieger, ik voel iets.

Een beweging, langzaam maar zeker beweegt mijn ziel mee.








Het plaatje komt van internet 

woensdag 26 februari 2014

Taartverf

Ja, dat ga ik doen. Ik ga mijn wol verven met levensmiddelen kleurstof.
Niks geen gedoe met handschoenen, mondkapjes en giftige dampen, nee, heel simpel,
kleur en azijn in een pannetje, even koken, en klaar.
De kleurstof hecht zich aan dierlijke eiwitten, zoals bijvoorbeeld in wol. Dat moet lukken.

Op naar de taartenwinkel om een potje Wilton Icing Colours te kopen.
Er is keuze genoeg en de kleuren zijn mooi. Ik kies de kleur burgundy, prachtig donkerrood.
Terwijl ik naar de kassa loop probeer ik de kleine letters op het potje te lezen.
Eenmaal bij de kassa kijk ik nog steeds naar mijn potje. Ondertussen praat ik tegen de verkoopster (niet erg beleefd natuurlijk, om haar niet aan te kijken).
Ik vraag hoe lang het goed blijft, want, zo vertel ik haar, ik gebruik er niet veel van, ik verf er wol mee.
Nu kijk ik op en ik zie dat ik haar niet hoef te vertellen dat je ook andere dingen dan taarten kan kleuren. De verkoopster heeft prachtig lang haar, knalpaars.

Met mijn nieuwe aanwinst loop ik naar buiten, ik denk aan eiwitten en wat je er al niet mee kan doen.