Verschrompelingen, korsten en slijm
Ik zag laatst op de televisie een stukje van Pauw en
Witteman. Te gast was Ingeborg Beugel, het onderwerp was: de overgang. Vol vuur
en enthousiasme vertelde zij over verschrompelende en afstervende eierstokken.
Youp van ’t Hek was er ook, hij keek een beetje bevreemd en trok een vies
gezicht. Daar heeft hij een hoop commentaar op gekregen.
Ik begrijp Youp wel.
Kort daarvoor was ik bij de Etos, voor een tube tandpasta.
Het is gelukkig niet zo druk, bij de kassa heb ik maar twee
mensen voor mij. De mevrouw die aan de beurt is heeft hoestdrank nodig, haar
man hoest.” Wat voor hoest? Kriebel?”
“’s Nachts”antwoordt
de mevrouw.
De caissière roept een collega, om bij te springen. De
mevrouw ziet dit als een aanmoediging om dieper op de zaak in te gaan. Haar man
hoest niet alleen, hij heeft ook slijm. Ik wil niks weten over slijm van andere
mensen en probeer, heel hard, om niet te luisteren.
Dat lukt niet. Ik hoor alles over hoesten, de kleur van het
slijm en hoe vaak, bah. Ik overweeg om de winkel uit te gaan, maar inmiddels
komt caissière nummer twee, ik ben bijna aan de beurt.
De dame voor mij is eerst. Ze zoekt iets tegen droge lippen.
“Korsten of kloven?”
het plaatje komt van het internet
Geen opmerkingen:
Een reactie posten